Sorry, you need to enable JavaScript to visit this website.

Justitie krijgt meer slagkracht in strijd tegen digitaal seksueel geweld

Seksueel getinte beelden die zonder toestemming verspreid worden op het internet zijn zeer ernstige feiten die terecht strafbaar zijn als seksueel misdrijf. Bij slachtoffers geeft het vaak aanleiding tot onterechte schaamte, psychologische problemen, isolement, depressie en in sommige gevallen zelfs zelfdoding.

Naast het opsporen en berechten van de dader, is het van groot belang om deze beelden ook vlug van het internet te laten verwijderen. De ministerraad keurde daarom vandaag een wetsontwerp goed om dergelijke beelden sneller en doeltreffender door de rechter offline te laten halen. Hetzelfde wetsontwerp voorziet bovendien dat bijzondere opsporingsmethodes zoals voorzien in de zogeheten taplijst voortaan mogelijk worden bij onderzoeken naar voyeurisme en verspreiding van seksueel getinte beelden zonder toestemming.

Er duiken steeds meer verhalen op van slachtoffers die jarenlang digitaal getreiterd, opgejaagd en achtervolgd worden doordat iemand hun naaktbeelden zonder toestemming online gooide. Ook beelden van seksueel geweld en verkrachting worden gretig gedeeld op misselijkmakende websites. De gevolgen voor slachtoffers zijn niet te overzien. Meerdere tieners maar ook volwassenen zijn de afgelopen jaren uit het leven gestapt omdat seksueel getinte beelden plots digitaal de ronde deden. Anderen blijven voor het leven getraumatiseerd en kunnen niet aan hun verwerkingsproces beginnen omdat de beelden online een eigen leven leiden.

Reeds expliciet strafbaar gesteld

De wet ter bestrijding van de niet-consensuele verspreiding van seksueel getinte beelden en opnames van 4 mei 2020 stelt de verspreiding van foto’s, video’s en geluidsopnames waarvoor geen toestemming gegeven is expliciet strafbaar, alsook het doorsturen ervan. De strafmaat bedraagt 1 tot 5 jaar celstraf en geldboetes van 1.600 tot 80.000 euro. Sindsdien moet een veroordeling niet meer via de omweg van de tenlastelegging voyeurisme gebeuren, die in sommige gevallen ook aanleiding gaf tot vrijspraken op louter juridische grond. Sommige beelden werden immers ooit met toestemming gemaakt, maar dat betekent niet dat er ooit toestemming is gegeven voor de latere verspreiding ervan. Maar dit probleem is sinds 1 juli 2020, bij de inwerkingtreding van de wet, eindelijk verleden tijd.

Het fenomeen duidelijk strafbaar stellen, is één zaak. Maar ook de gevolgen voor het slachtoffer moeten zo snel mogelijk kunnen worden ingeperkt door de beelden meteen offline te laten halen. De huidige procedure voorziet dat de rechter dit in kortgeding kan bevelen aan de dienstverlener, met name het internetplatform waarop de beelden staan. Het verwijderen van deze beelden moet uiterlijk binnen een termijn van 6 uur. Na overleg met de verschillende internetplatformen blijkt echter dat de beschikking in kortgeding soms te vaag is omdat de rechter niet steeds in het bezit is van de concrete gegevens van de beelden. De online platformen krijgen daardoor te weinig informatie over om welk beeld het precies gaat en waar het zich bevindt op de website. Dit bemoeilijkt een snelle verwijdering.

Minister Van Quickenborne en staatssecretaris Schlitz werkten daarom, in overleg met internetbedrijven Meta en Google, een wetsontwerp uit dat wijzigingen aanbrengt in het Wetboek van Strafvordering. Deze wetswijzigingen moeten de procedure in kortgeding verbeteren en politie en Justitie meer slagkracht geven in de strijd tegen digitaal seksueel geweld.

Hashcode

Concreet staat er in het wetsontwerp dat de kortgedingrechter ervoor moet zorgen dat de URL of hashcode van de te verwijderen beelden opgenomen wordt in het verwijderingsbevel dat wordt overgemaakt aan het internetbedrijf. Indien de rechter deze gegevens niet bezit, moet die elke andere houder bevelen om die gegevens over te maken. Op die manier kunnen internetbedrijven zelf sneller en adequater ingrijpen. Vooral de hashcode is een belangrijk wapen in het bestrijden van dit soort beelden. Het is namelijk een digitale vingerafdruk die wordt toegeschreven aan beelden. Aan de hand van deze code kunnen dienstverleners automatisch hun platform afspeuren.

Uitgebreide ‘taplijst’

Een ander onderdeel van het wetsontwerp betreft de werking van artikel 90ter van het Wetboek van Strafvordering, de zogenoemde taplijst. In deze lijst staan de misdrijven beschreven waarbij Justitie mag overgaan tot bijzondere opsporingsmethoden zoals telefoontaps, het onderscheppen van communicatie, het infiltreren in chatgroepen of het vorderen van medewerking van telecomoperatoren of internetbedrijven. Aan deze lijst worden voyeurisme en het verspreiden van niet-consensuele seksueel getinte inhoud toegevoegd. Zo krijgen politie en Justitie meer slagkracht om de daders van digitaal seksueel geweld op te sporen en te vervolgen.

Het wetsontwerp werd vandaag goedgekeurd door de ministerraad. Het wordt nu ter advies voorgelegd aan de Raad van State om het vervolgens in te dienen bij het parlement.

Vincent Van Quickenborne, minister van Justitie: “Online seksueel geweld is een zeer ernstig maatschappelijk probleem dat door de opkomst van sociale media enkel maar toeneemt in proportie. Daar moet sneller en doeltreffender tegen opgetreden kunnen worden. Met dit wetsontwerp zorgen we ervoor dat magistraten doelgericht aan internetbedrijven zoals Meta en Google opleggen welke beelden van hun platformen moeten verwijderd worden. We geven Justitie ook meer mogelijkheden om achter de daders aan te gaan door ze sneller te kunnen identificeren. Zo kunnen we internetbedrijven verplichten om gegevens over te maken van zij die deze beelden verspreiden en zelfs exploiteren.”

Sarah Schlitz, staatssecretaris voor Gendergelijkheid, Gelijke Kansen en Diversiteit: “Nog te vaak vinden slachtoffers van digitaal seksueel geweld geen hulp, mede doordat onze wetgeving nog niet volledig aangepast is aan dit nieuwe fenomeen. Na het moderniseren van het seksueel strafrecht, en het aanpassen van het algemeen strafrecht aan digitaal seksueel geweld, is deze wetswijziging een bijkomend wapen voor de overheidsdiensten om digitaal seksueel geweld te bestrijden. Deze wetswijziging toont aan wat mogelijk is wanneer alle actoren samenwerken met hetzelfde doel: iedereen een veilige wereld aanbieden. “

Deel dit artikel